Sietske Waslander over voortgang monitoring kwaliteit intern toezicht
‘Onderzoek naar zelfevaluatie eerste stap’
De onafhankelijke commissie die in opdracht van de VTOI-NVTK de kwaliteit van intern toezicht in kaart brengt, heeft de eerste stappen gezet. Volgens voorzitter Sietske Waslander van de Evaluatie & Monitoring Commissie (EMC) buigen de commissieleden zich op de eerste plaats over de vraag hóe de commissie de kwaliteit kan monitoren. In het eerste onderzoek staat de zelfevaluatie centraal.
De Code Goed Toezicht - met de zeven principes - biedt de leden een kader om de kwaliteit van het intern toezicht in het onderwijs en de kinderopvang te borgen. De Evaluatie & Monitoring Commissie brengt die kwaliteit in kaart. Daarvoor moeten de commissieleden eerst bepalen hoe zij het intern toezicht kunnen monitoren. Door corona, lockdowns en ziekte is de commissie minder snel uit de startblokken gesprongen dan gehoopt, stelt Waslander. ‘Bovendien moesten we eerst bepalen wat onze rol is, wat we onder kwaliteit verstaan en welke informatie we nodig hebben.’
Visie commissie EMC
Als eerste stap heeft de commissie nagedacht over de rol van de EMC. Vergelijkbaar met een toezichtsvisie van een Raad van Toezicht stelt de commissie een visie op over hoe de commissie zijn opdracht in wil vullen. ‘We hebben de tijd genomen om van elkaar te horen hoe we erin staan. Wat verstaan we bijvoorbeeld onder kwaliteit van toezicht? Net als in een Raad van Toezicht is het goed om vanuit verschillende invalshoeken over dit belangrijke thema na te denken.’
De visie over de werkwijze van de EMC is gebaseerd op dezelfde principes uit de Code Goed Toezicht, stelt Waslander. De commissie wil deze visie voor de zomer naar buiten brengen. ‘Als we vinden dat leden de principes van de code moeten volgen, moeten wij dat als commissie ook doen. Zo willen we transparant en aanspreekbaar zijn. We hebben daarnaast stilgestaan bij de vraag waar het in toezicht om gaat. Dat is dat kinderen in het onderwijs en de kinderopvang leren en zich ontwikkelen. Dat doel moeten we altijd voor ogen houden, ook als we het hebben over de kwaliteit van het toezicht.’
Enquête te beperkt
De EMC vindt dat alleen een enquête onder de leden, met vragen op basis van de principes van de code, te beperkt is. ‘Net als een Raad van Toezicht zich niet moeten laten informeren op basis van één bron, vinden we een enquête alleen niet voldoende. We verzamelen op verschillende manieren informatie, zodat we de bevindingen ook kunnen duiden. De code blijft hierbij altijd het vertrekpunt.’
Start met zelfevaluatie
Leren en ontwikkelen staat centraal in het onderwijs en de kinderopvang, maar is ook een belangrijke voorwaarde voor het verbeteren van de kwaliteit van het toezicht. Volgens EMC-voorzitter Waslander is de zelfevaluatie, als onderdeel van de code, een belangrijk instrument voor toezichthouders om zich te blijven ontwikkelen. De commissie doet om die reden onderzoek naar de zelfevaluatie, als eerste stap in de monitoring van de kwaliteit van het intern toezicht. ‘Hoe geven de Raden van Toezicht invulling aan de zelfevaluatie? We willen de leden handvatten bieden om een stap verder te zetten in de zelfevaluatie.’
Verantwoording in jaarverslag
De commissie brengt als eerste in kaart hoe de raden van toezicht zich in het jaarverslag verantwoorden over de zelfevaluatie. Als een raad van toezicht niets over de zelfevaluatie opneemt in het jaarverslag, zegt dat niet iets over de kwaliteit van de zelfevaluatie (en intern toezicht), erkent Waslander. ‘Het voordeel is toch dat we een beeld krijgen van de verantwoording over de zelfevaluatie én hoe alle sectoren in het onderwijs en kinderopvang de zelfevaluatie gebruiken. Ander voordeel is dat we geen beroep op de raden van toezicht hoeven te doen.’
Om meer inzicht te krijgen in de werking en meerwaarde van de zelfevaluaties gaat de commissie in gesprek met externe begeleiders van zelfevaluaties en met raden van toezicht. ‘Deze aanpak sluit aan op onze visie. We gebruiken meerdere bronnen om inzicht te krijgen in de manier waarop toezichthouders het gesprek voeren over de eigen rol en de kwaliteit van het toezicht.’
Code omvat veel meer
Onderzoek naar de zelfevaluatie is een eerste stap in de monitoring: de Code Goed Toezicht, de basis voor de monitoring, omvat veel meer. ‘We hebben besloten om met één thema te beginnen, om onze visie op de werkwijze in de praktijk vorm te geven. En om aan iedereen te laten zien hoe wij het onderzoek aanpakken. We leggen goed uit waarom de zelfevaluatie in de monitoring belangrijk is. Maar we zijn ons ervan bewust dat het maar één onderdeel is.’
Hoe de onafhankelijke commissie andere thema’s uit de code gaat onderzoeken, kan Waslander nog niet zeggen. Een enquête over de kwaliteit van intern toezicht onder alle leden staat voor het einde van het jaar op de planning. ‘Een enquête alleen is te beperkt, maar is wel één van de bronnen om breed te monitoren. We moeten als commissie nog vaststellen hoe de monitoring er definitief uit komt te zien. In de weg daarnaartoe willen we als commissie, zoals gezegd, transparant en aanspreekbaar zijn.’