Het intern toezicht in de Staat van het Onderwijs
18-04-2024 00:00:00
Op 17 april publiceerde De Inspectie van het Onderwijs de jaarlijkse Staat van het Onderwijs. In het rapport tonen ze meerjarige ontwikkelingen en resultaten en signaleren ze verbanden en oorzaken. Ook geven ze advies over het intern toezicht. Het is nodig om het zicht en de sturing op de doelmatige besteding van de ondersteuningsmiddelen te verbeteren, evenals de verantwoording daarover, geeft de Inspectie van het Onderwijs (2023j) aan. Dit is een van de verantwoordelijkheden voor een RvT: het houden van toezicht op de doelmatige besteding van middelen. In dit toezicht komen de financiën en onderwijskwaliteit bij elkaar: voor welke (onderwijs) inhoudelijke beleidskeuzes worden welke middelen ingezet? Een goede invulling van het toezicht op de doelmatige besteding van middelen is belangrijk, schrijft VTOI-NVTK in de handreiking Toetsing Doelmatige Bestedingen van Middelen. Allereerst willen de politiek en maatschappij graag weten waar het (extra) geld terecht komt, of dit goed besteed wordt en of dit heeft geleid tot de beoogde resultaten. Deze wens is des te relevanter gezien de zorgelijke ontwikkelingen rond de basisvaardigheden, de kansenongelijkheid en de personeelstekorten en de extra financiële middelen die ter beschikking worden gesteld. Daartoe moet het onderwijsveld de (extra) ondersteuningsbehoeften van leerlingen in beeld brengen en houden gedurende het gehele proces, schrijft de Onderwijsinspectie. Ook moet het stelsel van kwaliteitszorg ingericht zijn vanuit de focus op doelmatige besteding van middelen en kan er meer dialoog gevoerd worden over de doelmatige besteding van middelen. De intern toezichthouder kan een verwachtingskader opstellen dat gericht is op de doelmatige besteding van de middelen. Daarnaast acht de Onderwijsinspectie het nodig dat de overheid een definitie van doelmatige besteding wettelijk vastlegt. VTOI-NVTK heeft een handreiking Toetsing Doelmatige Bestederingen van Middelen opgesteld samen met de Onderwijsinspectie. De handreiking kun je hier downloaden. Het intern toezichthoudend orgaan heeft volgens de Onderwijsinspectie vaak moeite om zich te verantwoorden over het toezicht op de doelmatigheid van de besteding van de middelen. Dit is echter wel een wettelijk verantwoordingsvereiste (zie de wetsartikelen in de diverse sectorwetten: art. 17c WPO, art. 24e1 WVO, art. 28i WEC, art. 9.1.4 WEB.). In 2022 kreeg meer dan de helft van de onderzochte besturen een herstelopdracht hiervoor (Inspectie van het onderwijs, 2023b). Aan de hand van 32 jaarverslagen bekeken ze of de besturen deze herstelopdracht opvolgden. Bij drie kwart bleek het jaarverslag gewijzigd, maar bij slechts een derde van deze besturen met afdoende resultaat (Inspectie van het Onderwijs, 2024k). Beschreven was dan bijvoorbeeld wel dat toezicht was gehouden, maar niet hoe. Ook kwam het voor dat het toezicht op de doelmatige besteding zich uitsluitend richtte op de incidentele uitgaven en niet op de reguliere bestedingen, of er werd aangegeven dat vertrouwd werd op het goedkeurend oordeel van de accountant. Waar de verantwoording afdoende was, bevatte de tekst in het jaarverslag de volgende elementen: In De Staat van het Onderwijs verwijst de Onderwijsinspectie ook naar de eerdergenoemde handreiking. Deze kan de interne toezichthouders helpen om de kwaliteit van hun toezicht en verantwoording daarover te verbeteren.Zicht en sturing op en verantwoording van doelmatige besteding moet beter
Verantwoording over toezicht op doelmatigheid lastig
Downloads