Toezicht door gemeenten op de kinderopvang in orde
19-12-2024
Het toezicht door gemeenten op de kinderopvang was in 2023 grotendeels in orde. Dit blijkt uit het jaarlijkse landelijk rapport gemeentelijk toezicht kinderopvang van de Inspectie van het Onderwijs. Wel zijn er aandachtspunten. De inspectie vraagt gemeenten goed en cyclisch na te denken over wat zij willen bereiken met het toezicht en de handhaving. En roept op om doelgerichter te werken aan voorschoolse educatie op de kinderdagverblijven. Uit de rapportage blijkt dat de taken in de basis op orde zijn. De huidige flexibele inspectieactiviteit, waarbij de vaste set te inspecteren voorwaarden is losgelaten, zorgt ervoor dat er meer tekortkomingen aan het licht komen. Wanneer deze tekortkomingen zijn opgelost, komt dit de kwaliteit van de opvang ten goede. Tot slot is de inspectie positief over het oppakken van vrijwel alle toezichtsrapporten met een advies tot handhaven. In 2023 zijn er wijzigingen in wet- en regelgeving doorgevoerd. Voor kinderopvanghouders kan het lastig zijn om deze wijzigingen te verwerken in het beleidsplan. Toch hebben de wijzigingen wel degelijk effect, zo blijkt uit de eerste aanwijzingen in het rapport. De inspectie roept gemeenten op om samen met de GGD te zorgen voor nog betere ondersteuning aan (kleinere) houders van kinderdagverblijven. Bijvoorbeeld door informatie te geven over de wijzigingen en wat die wijzigingen van hen vragen. De inspectie ziet dat sommige gemeenten moeite hebben om snel een besluit te nemen over het wel of niet inzetten van handhaving bij tekortkomingen. Een mogelijke oorzaak is personeelsproblemen waar sommige gemeenten mee worstelen. Toch is het bij tekortkomingen wenselijk dat gemeenten zo snel mogelijk een besluit nemen over de handhaving. In de regelgeving staan geen eisen voor de snelheid van oppakken, maar hoe sneller gemeenten de tekortkoming oppakken, hoe sneller de kwaliteit weer op orde is. De inspectie benadrukt dat oudercommissies een belangrijk medezeggenschapsorgaan zijn om de kwaliteit van de kinderopvang te borgen. GGD-toezichthouders zien dat een oudercommissie instellen lastig is voor sommige houders. Ouderparticipatie moet goed geborgd worden. Het kan voor gemeenten zinvol zijn om met houders in gesprek te gaan over (andere) mogelijkheden om inspraak van ouders vorm te geven. De rol van ouders daagt houders uit om kritisch naar eigen handelen te kijken. Daarnaast krijgen houders draagvlak voor eventuele wijzigingen in beleid. Dit draagt bij aan de kwaliteit van de kinderopvang. Uit de vragenlijst onder GGD-toezichthouders blijkt verder dat houders soms tekortkomingen niet rapporteren. De inspectie roept gemeenten en GGD’en op om tekortkomingen te blijven rapporteren, ook wanneer de houder zijn best heeft gedaan. Anders is er geen goed zicht op het probleem.