Toename van het aantal dossiers bij de vertrouwensinspectie
04-02-2025
De Inspectie van het Onderwijs heeft haar jaarlijkse overzicht gepubliceerd over de dossiers bij de vertrouwensinspecteurs. Dit rapport biedt inzicht in de meldingen over sociale en fysieke veiligheid binnen het onderwijs. In het schooljaar 2023-2024 werden 2317 dossiers geregistreerd, een stijging van 165 dossiers ten opzichte van het voorgaande jaar. De vertrouwensinspecteurs registreerden in schooljaar 2023–2024 in totaal 2317 dossiers. Dit zijn er 165 meer dan vorig schooljaar en 574 meer dan in 2021–2022. De toename is met name zichtbaar in de sectoren primair en voortgezet onderwijs. Voor primair onderwijs zijn er 1270 dossiers geregistreerd (2022-2023: 1005, 2021-2022: 880) Bij voortgezet onderwijs zijn er dit jaar 801 dossiers geregistreerd (2022-2023: 772, 2021-2022: 657). In schooljaar 2023–2024 gingen 377 dossiers van de 2317 dossier over seksueel geweld (seksueel misbruik en seksuele intimidatie). In schooljaar 2022–2023 was dit aantal 470 dossiers seksueel geweld ten opzichte van 2152 dossiers in totaal. In het schooljaar 2023–2024 is in 62 van de 96 dossiers die gaan over seksueel misbruik de beklaagde een met taken belast persoon, zoals bijvoorbeeld een leraar of conciërge. In schooljaar 2022–2023 was in 91 van 152 dossiers de beklaagde een met taken belast persoon. In de categorie seksuele intimidatie is in schooljaar 2023–2024 in 149 van de 281 dossiers de beklaagde een met taken belast persoon. In schooljaar 2022–2023 was dit in 178 van de 318 dossiers zo. In 48 van de 62 dossiers seksueel misbruik, waarbij een met taken belaste persoon de beklaagde is, heeft de vertrouwensinspectie in schooljaar 2023–2024 in het overleg met het bevoegd gezag een redelijk vermoeden van een strafbaar feit vastgesteld en is de melder verwezen naar de zedenpolitie om een melding te maken of aangifte te doen. In de andere gevallen is de melder niet verwezen naar de zedenpolitie, omdat er in het overleg tussen het bevoegd gezag en de vertrouwensinspectie geen redelijk vermoeden van een strafbaar feit is vastgesteld. Het aantal dossiers dat gaat over vormen van psychisch geweld neemt al jaren toe. Dit schooljaar registreerden ze 1187 dossiers met dit kenmerk. In de vorige twee schooljaren waren dit respectievelijk 992 en 752 dossiers. In 602 van de 1187 dossiers gaat het over (ernstig) pesten. Veruit de meeste dossiers gaan over de sector primair onderwijs, namelijk 708 van de 1187. Inhoudelijk zien ze dat de ernst van het psychisch geweld verzwaart, maar ook dat er vaker sprake is van langdurig psychisch geweld. Soms is er zelfs gedurende 4 of 5 schooljaren sprake van ernstig en langdurig pesten. In die gevallen lukt het de school niet om de verstoorde groepsdynamiek duurzaam en effectief positief te kantelen. Meer dan de helft van het aantal dossiers psychisch geweld heeft in die sector betrekking op pesten. De vertrouwensinspecteurs vinden dit zorgelijk, de gevolgen van pesten zijn aanzienlijk voor kinderen die dit overkomt. Ook in het voortgezet onderwijs merkt de vertrouwensinspectie de toename van de dossiers psychisch geweld al langere tijd op. Dit schooljaar zijn er 375 dossiers psychisch geweld geregistreerd. De twee voorgaande schooljaren was dit aantal nog 307 en 247 dossiers. Ook voor deze sector geldt dat meer dan de helft, namelijk 202 dossiers, gaat over (ernstig) pesten. In beide sectoren constateren ze dat de ernst van het psychisch geweld toeneemt en verschuift naar dreigende uitingen, er is vaker sprake van (be)dreiging al dan niet met fysiek geweld en/of een wapen. In de categorie fysiek geweld is ook al jarenlang sprake van een toename van het aantal dossiers. Dit schooljaar telden ze er 623, in 2022–2023 waren het er 560 en het schooljaar daarvoor 478. Van de 623 dossiers gaan er 185 over (zware) mishandeling met soms blijvend letsel tot gevolg. Ook in deze categorie zijn de meeste dossiers afkomstig uit de sectoren primair (347) en voortgezet onderwijs (215). In navolging van de toename in ernst bij psychisch geweld, constateert de vertrouwensinspectie ook een verschuiving in de ernst van het fysiek geweld. De vertrouwensinspectie ziet een verband tussen het niet herkennen, erkennen en interveniëren om pesten gestopt te krijgen dat in voorkomende gevallen leidt tot vechtpartijen en soms zelfs mishandelingen. In bepaalde situaties zijn besturen verplicht om contact op te nemen met de vertrouwensinspectie. In het kader van de meld-, overleg- en aangifteplicht moeten besturen meldingen van een mogelijk seksueel misdrijf onverwijld voorleggen aan de vertrouwensinspecteur (wettelijke overlegplicht), wanneer: Als de vertrouwensinspecteur vervolgens in het overleg concludeert dat er sprake is van een redelijk vermoeden van een mogelijk seksueel misdrijf, is het bestuur verplicht direct aangifte te doen bij de politie. De vertrouwensinspecteur ziet er op toe dat dit ook gebeurt. Ook zal de vertrouwensinspecteur in deze situaties het bestuur op andere terreinen informeren en eventueel adviseren, bijvoorbeeld over de in- en/of externe communicatie. De meld-, overleg- en aangifteplicht in het onderwijs geldt op dit moment alleen voor seksuele misdrijven, waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is en het slachtoffer een minderjarige of wilsonbekwame leerling. Daarnaast is er ook een wetsvoorstel in voorbereiding (Wet Vrij & Veilig Onderwijs) om de sectorwetten aan te passen. Onderdeel van dat voorstel is de meld-, overleg- en aangifteplicht voor besturen van onderwijsorganisaties te laten gelden voor seksueel misbruik en seksuele intimidatie zoals bedoeld in de Wet Seksuele Misdrijven. Een ander belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel is dat het leeftijdscriterium van minderjarigheid komt te vervallen wanneer het slachtoffer leerling of student is. Ook seksueel grensoverschrijdend gedrag richting meerderjarige leerlingen of studenten zal dan onder de meld-, overleg en aangifteplicht gaan vallen. Het gaat dan om alle gevallen van een seksueel misdrijf, waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is en waar een afhankelijkheidsrelatie met een student of leerling aan de orde is. De meld-, overleg- en aangifteplicht gaat daarmee ook gelden voor het middelbaar beroeps- en hoger onderwijs.1. Toename van het aantal dossiers bij de vertrouwensinspectie
2. Afname aantal dossiers seksueel geweld
3. Met taken belaste personen bij mogelijk seksueel misbruik
4. Aantal en zwaarte meldingen psychisch geweld in primair en voortgezet onderwijs blijft toenemen
5. Ernstigere vormen van fysiek geweld in het primair en voortgezet onderwijs
Overlegplicht besturen
Nieuwe wetten maken meer strafbaar
In juli 2024 is het herziene Wetboek van Strafrecht (Titel XIV: ‘misdrijven tegen de zeden’) ingevoerd. In de herziening van het herziene Wetboek van Strafrecht zijn meer seksuele misdrijven strafbaar gesteld.
Naar verwachting zal de Wet Vrij & Veilig Onderwijs medio 2026 in gaan.