Terugblik congres 2023: Dilemma’s over duurzame regionale samenwerking
‘Governance netwerken is een zoektocht’
14-12-2023
Toezicht op duurzame regionale samenwerking vraagt om wijze toezichthouders die verder kijken dan het belang van de eigen organisatie. De governance van netwerken, inclusief de netwerkrol van de RvT, is nog een zoektocht. Tijdens het jaarcongres van de VTOI-NVTK op 6 december spraken hoogleraar Governance Rienk Goodijk en voorzitter Henk Hagoort van de VO-raad over de dilemma’s van regionale samenwerking in het onderwijs en de kinderopvang. Het jaarthema van de VTOI-NVTK is duurzame regionale samenwerking. En dat is niet voor niets. Onderwijs en kinderopvang staan voor de maatschappelijke opdracht: kinderen en jongeren goed voorbereiden op hun toekomst. Daarvoor is samenwerking hard nodig, ook met andere partners. Voor de RvT-leden is het toezicht op die netwerken een zoektocht, zo bleek uit een reactie uit de zaal. ‘Hoe werk je goed samen en wat levert die samenwerking op? En hoe pak je je netwerkrol op? Als toezichthouders weten we nog niet veel.’ Cultuuromslag Scherpe vragen Netwerkrol Visie op bestuur en toezicht Volgens Goodijk moeten toezichthouders andere vragen leren stellen, ook over de netwerken waarin de organisatie actief is. ‘Houd niet een Q en A met de bestuurder over een document over samenwerking dat op de agenda staat. Vraag naar de dilemma’s en de twijfels van de bestuurder. Dat levert veel wezenlijkere informatie op. De toon is wel belangrijk. Reken de bestuurder niet af op zijn of haar twijfels.’ Driehoek Wie houdt toezicht op het netwerk? Onderwijsregio’s Regie Kijk hier: het congres in 1 minuut Bekijk hier de presentaties
Rien Goodijk gaf – voor hij met voorzitter van de VO-raad in gesprek ging – een kort college over die zoektocht. Voorbeelden van netwerken zijn er volop: samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs, samenwerkingsverbanden passend onderwijs en de onderwijsregio’s. Volgens Goodijk was het onderwijs lange tijd gewend om vooral concurrerend te acteren. Tegenwoordig klinkt de maatschappelijke opdracht om sámen aan oplossingen te werken steeds luider. ‘Dat alleen al vraagt om een cultuuromslag.’
Volgens Goodijk gaat het in die samenwerking vooral om houding en gedrag van alle betrokkenen, ongeacht de vorm van toezicht op die netwerken. ‘De RvT helpt het bestuur om de netwerken te verkennen. Hoe? Door de goede vragen te stellen. Wie zijn onze strategische partners? Wat is het krachtenveld? Heeft het bestuur daar voldoende zicht op? En komen alle perspectieven in de bestuurskamer voldoende op tafel? Daar moet je als RvT scherp op zijn, wijze vragen over stellen, zonder als toezichthouder mee te willen besturen.’
Voor velen is de bijbehorende netwerkrol van toezichthouder lastig in te vullen. Hoe ben je zichtbaar en aanspreekbaar zonder de bestuurder voor de voeten te lopen? Het is belangrijk om een evenement van de school of kinderopvang te bezoeken of op andere momenten stakeholders – uit de organisatie en/of het netwerk - te spreken. Op die manier hoort de RvT verschillende perspectieven. Wat je als RvT vooral níet moet doen, is volgens Goodijk helder. ‘Op de stoel van de bestuurder gaan zitten, het beter willen weten of het bestuur te weinig ruimte geven.’
Goodijk pleit voor een visie op bestuur en toezicht in plaats van een toezichtvisie. ‘Wat bestuur en toezicht vooral nodig hebben is een goede onderlinge verhouding. Ieder vanuit hun eigen rol moeten ze samen op zoek naar de essentie, ook in netwerken. De visie moet dus ook gaan over wat het bestuur nodig heeft. Ga daarover met elkaar in gesprek. De RvT moet het bestuur kritisch bevragen, maar ook comfort bieden. Het gaat om samenspel en tegenspel.’
Bestuur en toezicht zouden samen aan de voorkant vaker een thema kunnen verkennen, stelt Goodijk. Zoals: de verbinding met de organisatie. In de driehoek (bestuur, toezicht en OR) moet er vertrouwen zijn. Een goede samenwerking levert een belangrijke bijdrage aan het goed functioneren van de organisatie, stelt de SER. ‘Hoe geef je dit samen invulling? Dat kan je samen verkennen. De RvT zou bijvoorbeeld mee kunnen denken over de profielschets van de OR.’
Volgens voorzitter Henk Hagoort van de VO raad spelen de netwerken in het onderwijs (en de kinderopvang) een belangrijke rol om samen tot betere oplossingen te komen. De vraag is wél: wie houdt er toezicht op het netwerk? ‘Als het succes van de eigen organisatie afhankelijk is van een andere partner in het netwerk, waar je als RvT geen toezicht op houdt, is dat een dilemma. Hoe ga je daarmee om? Je kan bijvoorbeeld samen met toezichthouders van andere organisaties samen de strategie en de dilemma’s bespreken.’
In de onderwijsregio’s speelt de zoektocht naar passende governance-vormen een grote rol. In die regio’s werken scholen samen om lastige dossiers als lerarentekort en kansenongelijkheid samen aan te pakken. Een extra bestuurslaag, zoals in het samenwerkingsverband passend onderwijs, is niet wenselijk. Hagoort: ‘We kiezen voor een lerende aanpak, van onderop. Daarbij is het goed om met elkaar in gesprek te gaan over de zorgen en ervaringen in de regio. Wat goed is voor het onderwijs en de leerlingen in de regio, hoeft niet altijd goed voor de eigen school te zijn.’
Volgens Goodijk moeten bestuur en toezicht van alle netwerkpartners samen de regie pakken. Hoe komen we samen tot de beste oplossingen voor de leerlingen en welke governance-vorm past daarbij? ‘Het is belangrijk om dat met elkaar te verkennen. We zijn er nog niet uit. Maar één ding is wel duidelijk. Als de spelers in het veld zelf in the lead zijn, voorkom je dat de overheid het overneemt.’