USN Skip to Content USN Skip to Footer

Taalcoalitie werkt samen aan taaleisen pedagogisch medewerkers

29-08-2024 00:00:00

Een coalitie van partijen die taallessen aanbieden, bestaande uit Randstad, STE Languages, Kans2, UVA Talen, heeft samen met de Brancheorganisatie Kinderopvang en Kinderopvang werkt! een uitgebreide aanpak ontwikkeld om medewerkers te toetsen en te trainen die nog niet voldoen aan de taaleis IKK. Hun complete taaltraject biedt persoonlijke begeleiding en op maat gemaakte trainingen.

Op 1 januari 2025 gaat de ‘taaleis IKK’ in. Pedagogisch medewerkers in dagopvang en peuteropvang moeten dan over voldoende mondelinge taalvaardigheid beschikken. Veel medewerkers hebben deze taalvaardigheid echter niet. Momenteel voldoet 60 procent van de werknemers nog niet aan deze taaleis. Het speciaal programma van de taalcoalitie moet zorgen dat zo veel mogelijk medewerkers ook na 1 januari 2025 in de kinderopvang kunnen blijven werken. Dit programma biedt het volgende:

  • coördinatie en inventarisatie, waarbij het gehele proces uit handen wordt genomen bij kinderopvangorganisaties, van het in kaart brengen van de huidige situatie tot het opstellen van een passend traject voor de medewerkers.
  • persoonlijke begeleiding door gespecialiseerde begeleiders, die zich richten op de houding en het gedrag van de medewerkers, zodat zij het maximale uit hun taaltraject halen.
  • op maat gemaakte taaltrainingen, zowel voor medewerkers die Nederlands als eerste taal (NT1) of als tweede taal (NT2) spreken.
  • gecertificeerde taaltoetsen in samenwerking met UvA Talen, die aansluiten bij de praktijk van de kinderopvang.
  • ondersteuning door vrijwillige taalmaatjes voor extra hulp tijdens het leren.

Het vorige kabinet heeft eind juni 2024 nog wel de komende taaleisen voor pedagogisch medewerkers versoepeld. Zo wordt taalniveau 3F of B2 niet verplicht voor medewerkers in de buitenschoolse opvang. Zij moeten wel minimaal het lagere taalniveau 2F of B1 beheersen. Medewerkers die een diploma hebben van een opleiding op mbo-niveau 2, 3, of 4 voldoen hier al aan. Dat geldt ook voor medewerkers met een havo-, vwo-, associate degree-, hbo-, of wo-diploma (Nederlandstalig).

Beroepskrachten die zijn geboren voor 1 januari 1965 krijgen drie jaar extra tijd om aan de taaleis te voldoen, namelijk tot 1 januari 2028. Ook komt er extra tijd voor medewerkers die in de tweede helft van 2024 langdurig afwezig zijn, bijvoorbeeld door ziekte, vakantie of (zwangerschaps)verlof. Het gaat om medewerkers die tussen 1 juli 2024 en 31 december 2024 volledig afwezig zijn geweest, voor een aansluitende periode van acht weken of langer. Zij krijgen zes maanden langer de tijd om aan de taaleis te voldoen, dus tot 1 juli 2025.

De taaleis Nederlands gaat alleen gelden voor beroepskrachten die de Nederlandse taal als voertaal gebruiken. Beroepskrachten die volledig een andere voertaal spreken met de kinderen hoeven niet aan de taaleis Nederlands te voldoen. In de meertalige kinderopvang kan dit bijvoorbeeld gaan om Duits, Engels of Frans. Ook beroepskrachten die alleen de Friese taal spreken met de kinderen hoeven niet aan de taaleis Nederlands te voldoen. Al deze medewerkers moeten wel een bewijsstuk hebben waaruit voldoende taalbeheersing blijkt van het Duits, Engels, Frans of Fries.