USN Skip to Content USN Skip to Footer

Overgangsbepaling verplichte babyscholing in cao kinderopvang

16-01-2025

Op 1 januari 2025 is een extra eis ingegaan voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen. Naast een opleidingsachtergrond die kwalificeert voor dagopvang, moet de medewerker ook een scholing ‘werken met 0-jarigen’ hebben gevolgd. Cao-partijen hebben besloten één overgangsbepaling en één uitzondering op deze extra eis in te voeren.

Als de medewerker in de maanden juli tot en met december 2024 een aaneengesloten periode van langer dan acht weken afwezig is geweest, bijvoorbeeld door ziekte, vakantie of verlof, dan krijgt diegene zes maanden extra tijd om aan de vereiste babyscholing te voldoen. De periode van zes maanden gaat in op 1 januari 2025 en loopt tot 1 juli 2025.

Als de medewerker op 1 januari 2025 nog niet aan het werk was, dan gaan de zes maanden extra tijd in vanaf het moment dat de medewerker weer als beroepskracht wordt ingezet op de stamgroep en meetelt in de beroepskracht-kindratio (BKR).

Voor medewerkers die maximaal drie uur per dag met 0-jarigen werken geldt de verplichte babyscholing niet. Als de medewerker nog bezig is met de babyscholing, mag diegene wel formatief ingezet worden. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • Er is tenminste één gekwalificeerde beroepskracht op de groep aanwezig, die de babyscholing al gedaan heeft.
  • De medewerker kan aantonen dat zij is ingeschreven voor een babyscholing.
  • Is de medewerker nog niet gestart met de babyscholing? Dan mag zij maximaal drie maanden voordat de scholing start formatief ingezet worden.
  • Is de medewerker met de babyscholing gestart? Dan mag de formatieve inzet maximaal zes maanden duren. Na deze zes maanden is formatieve inzet alleen mogelijk als de medewerker over een bewijs beschikt dat zij de babyscholing succesvol heeft afgerond.