‘Monitoring in belang van RvT én van onderwijs en kinderopvang’
Marlies Honingh, nieuwe voorzitter Evaluatie en Monitoring Commissie (EMC)
06-04-2023
‘Monitoring in belang van RvT én van onderwijs en kinderopvang’ Onder voorzitterschap van Sietske Waslander heeft de EMC de eerste stappen gezet om de monitoring van het intern toezicht vorm te geven. Uitgangspunt is de Code Goed Toezicht die de leden een kader biedt om de kwaliteit van het intern toezicht te borgen. De commissie heeft als eerste een verkennend onderzoek gedaan naar de zelfevaluatie, om inzicht te krijgen in het lerend vermogen van de RvT. Het bestuur van de VTOI-NVTK komt in mei met een reactie op de uitkomsten van dit onderzoek. Die worden dan ook gepubliceerd. Reflecteren Geen doel op zich Goed gesprek in de RvT Maatschappelijk belang Betrouwbare uitkomsten Presentatie op congres
De leden van de VTOI-NVTK ontvangen voor de zomer een vragenlijst om de kwaliteit van het intern toezicht in kaart te brengen. Dat vertelt Marlies Honingh die op 1 april Sietske Waslander als voorzitter van de Evaluatie en Monitoring Commissie (EMC) opvolgt. Ze roept alle leden op om aan de benchmark mee te doen, in het belang van de ontwikkeling van de eigen Raad van Toezicht én van de kwaliteit van het onderwijs en de kinderopvang.
De nieuwe EMC-voorzitter, Marlies Honingh, is universitair hoofddocent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze deed onder meer onderzoek naar de governance in het Primair en Voortgezet Onderwijs. Het complexe samenspel tussen bestuur en toezicht vindt ze ‘fascinerend’. ‘Bestuurders in het onderwijs, maar ook in de kinderopvang, hebben een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. De RvT-leden ook. Hoe houd je als RvT het bestuur scherp? Op die rollen en verantwoordelijkheden moeten we reflecteren. Hoe kunnen we de kwaliteit, ook van het toezicht, blijven ontwikkelen?’
De monitoring die de onafhankelijke EM-Commissie in opdracht van de VTOI-NVTK uitwerkt, is bij die ontwikkeling van het intern toezicht een belangrijk middel. Voor de zomer ontvangen alle leden een vragenlijst - gebaseerd op de principes uit de Code Goed Toezicht - om de stand van zaken van het intern toezicht in kaart te brengen. ‘Dit meetinstrument is een middel om de kwaliteit te verbeteren, geen doel op zich. Als de monitoring klaar is, moeten we niet stoppen met denken. De praktijk van het toezichthouden is complex levert vaak maatschappelijke, bestuurlijke of financiële dilemma’s op. Juist daarom is het zo belangrijk dat toezichthouders verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen professionalisering en voor de raad als geheel,’ aldus Honingh.
Met de uitkomsten van de monitoring kunnen de Raden van Toezicht vergelijken waar ze staan: op welke onderwerpen zij zich kunnen verbeteren of waarin ze juist vooroplopen. Volgens Honingh levert beantwoording van de vragenlijst al stof voor een goed gesprek in de Raad van Toezicht op. ‘We sturen de enquête bewust niet alleen naar de RvT-voorzitter. Alle leden kunnen meedoen. We willen een zo compleet mogelijk beeld krijgen. In de enquête staan ook open vragen, waarin de leden een toelichting kunnen geven. Het gaat dus niet steeds om goed of fout, maar ook om de specifieke context of de nadere uitleg. De vragenlijst en de verschillende antwoorden zijn in feite al een aanjager van een goed gesprek in de RvT.’
De monitoring, benadrukt Honingh, is niet alleen bedoeld om de kwaliteit van de Raad van Toezicht te verbeteren. De kwaliteit van het toezicht in de sectoren wordt ook in kaart gebracht. ‘Je doet niet alleen mee aan de enquête voor jezelf, maar ook in het belang van de kwaliteit van het toezicht in het onderwijs en de kinderopvang. Het gaat dus ook om het maatschappelijk belang en de verantwoordelijkheid van de sector. Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en leerlingen goede opvang en goed onderwijs krijgen? En hoe draagt de kwaliteit van het toezicht daar aan bij? Dat is waar het uiteindelijk om draait.’
Honingh kan het dan ook niet vaak genoeg benadrukken: ze roept alle leden op om mee te doen. Hoe meer toezichthouders de vragen beantwoorden, hoe betrouwbaarder en waardevoller de uitkomsten van de monitoring. ‘Het veld in het onderwijs en de kinderopvang is divers, ook het toezicht. Willen we per groep betrouwbare uitspraken kunnen doen, dan hebben we veel reacties nodig.’ Tijdens de pilot-fase legt de EMC de vragenlijst voor aan een aantal toezichthouders: zij toetsen of de vragen begrijpelijk en behapbaar zijn. Pas daarna ontvangen alle leden de enquête.
EMC-voorzitter Marlies Honingh wil de uitkomsten van de eerste vragenlijst – inclusief een analyse van de commissie - op het jaarlijkse ledencongres van de VTOI-NVTK presenteren. In de analyse kijkt de commissie straks ook naar het meetinstrument zelf. ‘Werkt dit goed voor de leden, moeten we eventueel bijsturen om goed inzicht te krijgen?’ De bedoeling is dat de leden jaarlijks een vragenlijst voor de benchmark invullen, zodat de ontwikkelingen in de kwaliteit van het toezicht op langere termijn te volgen zijn.