USN Skip to Content USN Skip to Footer

Minister Dijkgraaf wil meer waardering voor mbo

Dijkgraaf: ‘We moeten streven naar een samenleving waarin het mbo net zo gewaardeerd wordt als andere onderwijsvormen. Het mbo vormt de ruggengraat van onze samenleving. We hebben vakmanschap en praktische vaardigheden harder nodig dan ooit, voor grote uitdagingen zoals de energietransitie. Het is hoog tijd het mbo de erkenning te geven die het verdient.’

Dijkgraaf heeft zich het afgelopen jaar daarom hard gemaakt voor een herwaardering van het mbo in het onderwijs. Onder meer door het gelijktrekken van zaken die studenten uit het ho en wo al kregen maar mbo-studenten soms nog niet, zoals dezelfde regels voor het aflossen van studieschuld, beurzen om naar het buitenland te gaan, toegang tot sportfaciliteiten en studentenkortingen.

Ook deed het mbo dit jaar op initiatief van de minister voor het eerst mee aan de Onderwijspremie, een prijs voor onderwijsteams die werken aan vernieuwing en verbetering van het onderwijs. In de brief van Dijkgraaf aan de Kamer gaat hij nog een stap verder: het mbo verdient niet alleen een herwaardering in het onderwijs, maar in de hele samenleving.

De minister pleit onder andere voor een gezamenlijke introductieweek voor mbo-, hbo- en wo-studenten. In onder andere Utrecht, Leiden, Maastricht, Leeuwarden, Groningen en Zeeland kunnen mbo-studenten al deelnemen aan de introductieweek. Hij roept andere steden op dit goede voorbeeld te volgen.

Ook wil hij de inspraak van mbo-studenten beter ondersteunen en versterken, in lijn met hogescholen en universiteiten. Dit wil hij, net zoals op het hbo en de universiteit, wettelijk vastleggen. Dijkgraaf onderzoekt ook of studenten automatisch het betaalde lesgeld kunnen terugkrijgen als zij onverhoopt eerder stoppen met hun opleiding. Bij hbo- en wo-studenten is dat al het geval.