USN Skip to Content USN Skip to Footer

Medewerkers primair onderwijs tevreden, in voortgezet onderwijs minder

Vooral medewerkers in het primair onderwijs zijn (zeer) tevreden met hun werk. Uit onderzoek waarin de tevredenheidscijfers tussen 2021-2023 werden vergeleken met cijfers uit de periode 2017-2019 blijkt dat medewerkers in het po tevredener en nog loyaler aan hun school zijn geworden. De tevredenheidscijfers in het vo zijn echter (licht) gedaald.

Dat blijkt uit onderzoek van DUO Onderwijsonderzoek & Advies waarin de tevredenheidscijfers van 2021-2023 werden vergeleken met die van 2017-2019. Aan het onderzoek hebben in totaal 30.000 medewerkers in het po en vo (zowel leraren als onderwijsondersteuners) deelgenomen.

Medewerkers in het primair onderwijs zijn vooral tevreden over hun directeur (cijfer 8,3), de sfeer (8,5), samenwerking (8,2) en de kwaliteit van het onderwijs (8). Het primair onderwijs scoort matig op werkdruk (6,6). Dit is wel een verbetering met de periode 2017-2019. Toen scoorde de werkdruk 5,8. In het primair onderwijs vindt 15 procent van de medewerkers de werkdruk niet acceptabel. Per saldo geven de medewerkers hun werk een 8,4 (was 8,3).

In het voortgezet onderwijs zijn de tevredenheidsscores juist gedaald. Die liggen inmiddels lager dan die van ‘werkend Nederland-totaal’. Medewerkers in het vo zijn dus minder tevreden met hun werk dan de gemiddelde werkende Nederlander. Met name de tevredenheid over werkdruk (6,2) en de interne communicatie op school (6,2) scoren laag.

Opvallend is ook dat de kwaliteit van het onderwijs van de eigen school een bescheiden 7,1 scoort (een lagere score dan een aantal jaren geleden). Medewerkers in het vo zijn slechts ‘redelijk tevreden met het onderwijs’. Ook vindt 25 procent van de medewerkers in het vo de werkdruk niet acceptabel.

De kloof ‘primair onderwijs zeer tevreden en voortgezet onderwijs beduidend minder’ komt ook terug bij de loyaliteitscijfers: in het po raadt 38 procent van de medewerkers anderen actief aan om op hun school te komen werken (ook wel promotors genoemd), in het vo is dat 23 procent. Het percentage medewerkers dat anderen afraadt om op hun school te komen werken is juist hoger in het vo (24 procent) dan in het primair onderwijs (10 procent).