Maatschappelijke opgave en intern toezicht: inzichten uit de tweede EMC-monitor
13-02-2025
De rol van intern toezicht in onderwijs en kinderopvang is de afgelopen jaren sterk veranderd. Toezicht beperkt zich niet langer tot het controleren van wettelijke kaders en financiële verantwoording, maar krijgt steeds meer een maatschappelijke dimensie. Hoe geven Raden van Toezicht (RvT’s) vorm aan deze bredere rol? En hoe verhouden zij zich tot de maatschappelijke opgaven die zich aandienen in de omgeving van hun organisatie? In de tweede EMC-monitor, uitgevoerd door Oberon in opdracht van de Evaluatie en Monitoring Commissie (EMC) van VTOI-NVTK, is er volop aandacht voor deze actuele ontwikkeling. Op basis van de eerste monitor die over de hele Code Goed Toezicht ging, selecteerde de EMC drie thema’s om verdiepende vragen te kunnen stellen. De monitor richtte zich dit jaar op drie thema’s: Uit de resultaten blijkt dat toezichthouders zich vooral bezighouden met de interne vertaling van maatschappelijke opgaven binnen hun organisatie. 67,7% van de respondenten geeft aan dat de RvT betrokken is bij het overleg met het bestuur over de maatschappelijke opgave. Echter, externe betrokkenheid – zoals dialoog voeren met belanghebbenden of het actief vertegenwoordigen van externe belangen – komt veel minder vaak voor. Dit roept vragen op over hoe RvT’s hun rol ten aanzien van de bredere samenleving invullen. Hoe kunnen toezichthouders een brug slaan tussen de interne koers van de organisatie en de verwachtingen van de samenleving? En hoe blijven zij in de goede rol en voorkomen zij rolvermenging met het bestuur. Klik op de afbeelding om deze te vergroten Een sterke interne samenwerking is essentieel voor goed toezicht. De monitor laat zien dat binnen veel RvT’s een groot gevoel van onderlinge verbondenheid bestaat. Maar hoe divers is de uitwisseling van perspectieven daadwerkelijk? Bijvoorbeeld: 72% van de toezichthouders positioneert zich sterk aan de kant van verbondenheid en goede onderlinge relaties. Dit is positief, maar het kan ook duiden op een gebrek aan kritische tegenspraak. Daarnaast blijkt dat reflectie binnen de RvT vaker gericht is op het functioneren van de raad als geheel (bijvoorbeeld over samenwerken of groepsdynamiek), maar niet op de omgang met meningsverschillen of het individuele functioneren van toezichthouders. Opvallend is ook dat de socialisatie van nieuwe toezichthouders vaak gebaseerd is op de kunst afkijken en meedraaien. Het is de vraag in hoeverre het zo gewenste nieuwe frisse perspectief dan daadwerkelijk ruimte krijgt. De overstijgende vraag is dan ook: Is er voldoende ruimte voor een kritische blik op de groepsdynamiek en het functioneren van de RvT? Toezichthouders erkennen het belang van professionalisering: 88,1% heeft via zelfstudie gewerkt aan de eigen ontwikkeling. Daarnaast wordt proactief toezicht breed gedragen als wenselijk. Dit wijst op een groeiende behoefte aan duidelijke verwachtingen en handvatten voor effectief toezicht. Duidelijk is ook dat er nog verdere kennisvergaring wenselijk is over financiën en werkgeverschap. Toch zijn er ook enkele respondenten die aangeven niets meer te leren te hebben. Dat is een heel opvallende bevinding. De resultaten van de tweede EMC-monitor onderstrepen een bredere beweging binnen het toezicht: van een focus op compliance naar een focus op maatschappelijke waarde. Dit betekent dat toezicht niet alleen een kwestie is van controle en verantwoording van wettelijke taken. Het gaat ook om actieve betrokkenheid bij verderstrekkende maatschappelijke verantwoordelijkheden van organisaties in de kinderopvang en in het onderwijs. Toezichthouders hebben een belangrijke taak om deze balans te bewaken. Dit vraagt om: De monitor laat zien dat er al belangrijke stappen worden gezet, maar ook dat er ruimte is voor verdere ontwikkeling. De uitdaging voor toezichthouders is om toezicht niet alleen als een taak binnen de organisatie te zien, maar ook als een instrument om de maatschappelijke opdracht van onderwijs en kinderopvang effectief te ondersteunen. Download hier de presentatie die voorzitter van de EMC Marlies Honingh gaf op de jaarconferentie Impuls voor Toezicht. Verantwoording Voor het onderzoek is een vragenlijst uitgezet onder 2968 leden van VTOI-NVTK, verspreid over 697 organisaties. In totaal hebben 665 leden deelgenomen aan de vragenlijst, wat resulteert in een responspercentage van 22%. Daarnaast hebben 80 niet-leden de vragenlijst ingevuld. Van deze groep is niet met zekerheid vast te stellen of zij mogelijk toch lid zijn, omdat zij de openbare link hebben gebruikt. Binnen de responsgroep hebben we geanalyseerd in hoeverre meerdere respondenten uit dezelfde Raad van Toezicht (RvT) afkomstig waren. In 265 gevallen was er slechts één respondent per RvT, terwijl in 136 gevallen twee leden deelnamen. In enkele gevallen waren er drie (52 keer), vier (8 keer) of zelfs vijf (4 keer) respondenten afkomstig uit dezelfde RvT. Om de representativiteit van de data te beoordelen, is een vergelijking gemaakt tussen de responsgroep, het ledenbestand en de landelijke populatie. Hieruit blijkt dat onderwijsorganisaties oververtegenwoordigd zijn in de responsgroep, terwijl kinderopvangorganisaties ondervertegenwoordigd zijn. Binnen het onderwijs zijn RvT’s van het voortgezet onderwijs en sectoroverstijgende organisaties sterker vertegenwoordigd, terwijl RvT’s van primair onderwijs en kleine besturen (‘eenpitters’) juist ondervertegenwoordigd zijn. Verder valt op dat 30% van de respondenten voorzitter van de RvT is, terwijl 70% lid is, waarmee voorzitters opnieuw oververtegenwoordigd zijn. Vanwege deze scheefheid is specifiek gekeken naar mogelijke verschillen in antwoorden tussen voorzitters en leden, evenals naar systematische verschillen op basis van onderwijssector, bestuurgrootte en gemeentegrootte.Maatschappelijke opgaven: van intern beleid naar extern engagement
De dynamiek binnen het intern toezicht: ruimte voor reflectie en dialoog
Competenties en professionele ontwikkeling van toezichthouders
Van compliance naar maatschappelijke waarde
Meer weten?