Lichtpunten in onderwijs na corona, maar uitdaging op basisvaardigheden blijft
30-11-2023 00:00:00
In 2022-2023, het tweede gewone schooljaar sinds corona, leren leerlingen op de basisschool weer net zo snel als voor de pandemie, daalt het aandeel studenten met studievertraging en vallen minder studenten uit. Tegelijkertijd blijven er zorgen. Zo kampt een deel van de leerlingen en studenten nog steeds met mentale problemen. Dat blijkt uit de vijfde voortgangsrapportage van het nationaal programma onderwijs die onderwijsministers Dijkgraaf en Paul naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Wat opvalt in het primair onderwijs is dat het verschil in leervertragingen tussen leerlingen met een lagere sociaal-economische achtergrond en leerlingen met een kansrijkere achtergrond kleiner wordt. Corona had die kloof en daarmee de kansenongelijkheid vergroot. Waar leerlingen in de onderbouw van de basisschool weer net zo snel leren als voor de pandemie, geldt dat voor leerlingen in de bovenbouw nog niet. Leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs presteren daarnaast nog steeds minder goed dan vóór corona. Wel zijn zij de afgelopen jaren beter geworden in het lezen van Engelse teksten en is hun Engelse woordenschat gegroeid. Het percentage leerlingen dat slaagt voor zijn eindexamen ligt daarnaast weer bijna op het niveau van vóór corona. Tegelijkertijd blijft het percentage scholieren met emotionele problemen groeien, mede door de pandemie, maar volgens de onderzoekers ook door andere maatschappelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen zoals de oorlog in Oekraïne, de klimaat- en woningcrisis en druk door schoolwerk. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs hebben nog tot en met schooljaar 2024-2025 om het NP Onderwijsgeld in te zetten en de leervertragingen door corona in te lopen. Mbo-scholen, hogescholen en universiteiten hebben de extra gelden uit het npo vooral besteed aan het voorkomen en verminderen van studievertraging, het intensiever begeleiden van nieuwe studenten en het verbeteren van het studentenwelzijn. Uit deze vijfde voortgangsrapportage blijkt verder dat in het vervolgonderwijs het aandeel studenten met studievertraging terugloopt. Dat geldt ook voor het aantal uitvallers in het mbo en wo. In het hbo is de uitval van eerstejaarsstudenten nog wel hoger dan voor de coronacrisis. Ook kampen minder studenten met mentale problemen, wat onder meer komt door de terugkeer van fysiek onderwijs. Verder keert hun motivatie steeds meer terug. Maar studentenwelzijn blijft wel een urgent thema. Zeker voor studenten die serieuze problemen ervaren heeft de coronacrisis een langdurig effect. Zo’n 1 op de 5 studenten kampt met een (zeer) slechte mentale gezondheid. Ondertussen werken basisscholen, middelbare scholen, en scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs hard aan het verder verbeteren van de basisvaardigheden: taal, rekenen-wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Nu komen te veel leerlingen van school zonder dat ze deze vaardigheden goed beheersen. De eerste monitor basisvaardigheden, die eveneens naar de Kamer is gestuurd, laat zien dat er nog een behoorlijke afstand te overbruggen is totdat leerlingen op het gewenste niveau zitten. Sinds de start van het masterplan basisvaardigheden anderhalf jaar geleden zijn 3000 scholen hiermee voortvarend aan de slag gegaan, met behulp van subsidie. Zij tellen samen 835.000 leerlingen, een derde van het totale aantal leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Scholen die dit het meest nodig hebben, krijgen hulp op maat van teams van bijvoorbeeld lees- of rekenexperts en schrijfspecialisten. Plan is dat vanaf 2026 alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs structureel geld krijgen om de basisvaardigheden te verbeteren.