Leerlingen mogen vaak niet meepraten over mobieltjesverbod

13-03-2025

De inspraak van leerlingen rondom smartphonebeleid op scholen is laag en vaak beperkt tot eenmalige consultatiemomenten. Dit kan ertoe leiden dat jongeren zich niet gehoord voelen, wat invloed kan hebben op het draagvlak van het beleid. Dat zeggen onderzoekers van de Erasmus Universiteit op basis van een onderzoek onder 170 leerlingen.

In het onderzoeksrapport wordt teruggeblikt op het eerste jaar van het aangescherpte smartphonebeleid op vo-scholen na ingaan van de landelijke richtlijn ‘geen smartphones in de klas, tenzij voor educatief gebruik’. De richtlijn kwam er omdat smartphones vaak verstorend werkten in de lessen en uit onderzoek blijkt dat het terugdringen van smartphones in de klas helpt bij de concentratie en leerprestaties van leerlingen.

In het onderzoek van Erasmus geeft een klein deel (17 procent) van de leerlingen aan dat zij op enige manier betrokken zijn geweest bij de vormgeving van het smartphonebeleid op school. Het merendeel (68 procent) geeft aan niet betrokken geweest te zijn.

De tevredenheid van leerlingen over het mobieltjesverbod hangt volgens de onderzoekers sterk af van de mate van autonomie die leerlingen behouden binnen het smartphonebeleid, en de mate van inspraak bij totstandkoming ervan. De jongeren die mee mochten denken over het beleid gaven een hoger cijfer aan het beleid dan leerlingen die dat niet mochten.