USN Skip to Content USN Skip to Footer

Kinderopvang bezorgd over betaalbaarheid opvang

26-09-2024 00:00:00

Zeven sectororganisaties in de kinderopvang roepen het kabinet Schoof op om kinderopvangbeleid in nauwe samenwerking met de sector zelf vorm te geven, waarbij vooral rekening moet worden gehouden met uitvoerbaarheid en de betaalbaarheid voor ouders. De Nederlandse kinderopvang verzoekt het kabinet dringend de maximum uurprijs in 2026 wél te indexeren. Daarnaast is een goede fasering en monitoring van de impact van de stelselherziening essentieel.

Op vrijdag 13 september 2024 verscheen het regeerprogramma van het kabinet Schoof. Hierin wordt het eerdere hoofdlijnenakkoord tussen de vier coalitiepartijen PVV, NSC, VVD en BBB nader uitgewerkt. Het kabinet schrijft in het regeerprogramma over kinderopvang: ‘Het kabinet vervangt de kinderopvangtoeslag door een nieuw stelsel van financiering. Er komt een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. De overheid betaalt de vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties. In het nieuwe stelsel vorderen we niet meer terug bij ouders.’

De zeven partijen in de sector kinderopvang zijn blij met de erkenning van het belang van kinderopvang maar uiten hun zorgen over de uitvoerbaarheid van de plannen, en de betaalbaarheid voor ouders. Ze noemen het wel een gemiste kans dat brede toegankelijkheid van de kinderopvang voor álle kinderen (ook als hun ouders niet werken) geen prioriteit krijgt.

Toegankelijkheid gaat ook over betaalbaarheid, schrijven de zeven partijen. ‘Door de bezuinigingen in 2026 op de vergoeding voor ouders (het niet-indexeren van het maximale uurtarief dat geldt bij de kinderopvangtoeslag) komt die betaalbaarheid onder druk te staan, juist voor de laagste inkomens.’ Het kabinet verwijst wel ‘als doekje voor het bloeden’ naar de plannen voor een inkomensonafhankelijke vergoeding vanaf 2027. Maar daar hebben ouders niets aan in 2026.

De sectororganisaties benadrukken het belang van zorgvuldigheid. Betere betaalbaarheid en brede toegankelijkheid hebben een (groot) effect op de vraag naar kinderopvang. Een gefaseerde en verantwoorde groei van de sector is een randvoorwaarde om te waarborgen dat er daadwerkelijk plek is voor alle kinderen. ‘De plannen van het kabinet moeten uitvoerbaar zijn, zowel voor de overheid en de sector als voor de ouders. Als de uitvoerbaarheid achterblijft, riskeren we een achteruitgang in de toegankelijkheid en kwaliteit van kinderopvang, en bureaucratische rompslomp voor de maatschappij.’

De brief aan het kabinet is ondertekend door de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK), Brancheorganisatie Kinderopvang (BK), Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK), Branche Vereniging Ondernemers Kinderopvang (BVOK), Stichting Nysa, Pedagogisch Professionals in Kinderopvang (PPINK) en Stichting Voor Werkende Ouders.