USN Skip to Content USN Skip to Footer

Evaluatie: de ene gezonde school is de andere niet

Tussen scholen die werken volgens de Gezonde School-aanpak bestaan grote regionale verschillen, zowel in de praktische uitvoering als in de ondersteuning die een school hierbij krijgt. Hoe sterker de ondersteuning en de uitvoering van het programma, hoe meer het programma Gezonde School kan bijdragen aan het bevorderen van de jeugdgezondheid.

Dit blijkt uit een evaluatie van het programma door wetenschappers van Universiteit Maastricht. De onderzoekers bevelen aan om met name de regionale ondersteuning door de GGD’en en de uitvoering van de aanpak op scholen te verbeteren. Maar daarvoor is wel een meer structurele financiering van het Gezonde School-programma nodig door de overheid.

Uit het onderzoek blijkt dat de mate van ondersteuning per regio zeer verschillend is. Sommige GGD-regio’s hebben 2,5 fte per 100 scholen beschikbaar voor ondersteuning, in andere regio’s is dit slechts een aantal uur per week. Ook in de praktische uitvoering van de Gezonde School-aanpak zien de onderzoekers grote verschillen. Sommige scholen hebben een speciale werkgroep met daarin een coördinator, leraren, ouders en leerlingen voor het uitvoeren van de Gezonde School-aanpak. Maar op andere scholen rust alles op de schouders van een enkele medewerker.

Gezonde School is een samenwerking van de PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, GGD GHOR Nederland en het RIVM. Gezonde School wordt financieel mogelijk gemaakt vanuit de ministeries van VWS, OCW, LNV en SZW. Het doel van de aanpak is een gezonde leefstijl vanzelfsprekend te maken voor leerlingen en studenten. Deelnemende scholen werken met een stappenplan aan een gezondheidsthema dat de school zelf kiest. Denk aan welbevinden, voeding, meer bewegen en sport, mediawijsheid en relaties en seksualiteit.