USN Skip to Content USN Skip to Footer

De maatschappelijke opdracht en het intern toezicht: geen voor de hand liggend gesprek

02-05-2024 00:00:00

Afgelopen maand heeft VTOI-NVTK vier regiobijeenkomsten georganiseerd om de uitkomsten van de Evaluatie- en Monitoringcommissie (EMC) verdiepend te bespreken. De EMC ging hierbij in gesprek met leden van RvT’s om meer inzicht te krijgen in verschillende complexe onderwerpen, waaronder de rol van de Raad van Toezicht in relatie tot de maatschappelijke opdracht en het belang van de constructieve dialoog tussen de RvT en het bestuur. In dit artikel van de EMC lees je hun bevindingen over de regiobijeenkomsten.

In de monitor Kwaliteit van het Intern Toezicht waren enkele vragen opgenomen over het ‘goede gesprek’ in de Raad van Toezicht, een thema dat zich bij uitstek leent om langer over door te praten. De EMC wilde dit graag doen in het licht van het gesprek over de maatschappelijke opdracht, omdat ook dat een complex thema is dat zich niet zo maar laat vangen in een algemene vragenlijst. Vanuit deze gedachte zijn de regiobijeenkomsten georganiseerd; als ‘kwalitatieve’ tussenrondes om meer zicht te krijgen op deze thema’s, om zo de resultaten uit het algemene monitoronderzoek nader te kunnen duiden. 

De maatschappelijke opdracht

Wat betreft ‘de maatschappelijke opdracht’ kwamen tijdens de regiobijeenkomsten de volgende thema’s naar voren.

Landelijk versus lokaal

Toezichthouders erkennen de relevantie van de maatschappelijke opdracht en koppelen deze vaak aan externe verwachtingen over toezicht. Daarbij is er variatie in de gedachte in hoeverre de maatschappelijke opvattingen door de overheid aangereikt worden, en in hoeverre deze gekleurd worden door de lokale context en de specifieke identiteit en grondslag van de instelling. Voor sommige toezichthouders telt de basisopdracht van onderwijs en opvang zwaar (het bieden van gelijke kansen aan kinderen voor hun ontwikkeling); anderen leggen meer nadruk op de eigen context en uitgangspunten en bezien de landelijke opdracht door die bril.

Verbinding intern toezicht met de opdracht

De mate waarin de maatschappelijke opdracht verbonden is met strategisch beleid of de uitgangspunten van de organisatie varieert. De maatschappelijke opdracht van de organisatie is nog maar zelden een vast onderdeel van het toezichtkader.

Dat betekent ook dat toezichthouders verschillen in hun betrokkenheid bij de maatschappelijke opdracht. Sommigen houden zich wat meer op afstand van het gesprek erover, terwijl anderen actief participeren in de gemeenschap, om zich te laten voeden en te informeren over wat er in de context van de organisatie van belang is.

Meetbaarheid

Er is onzekerheid bij toezichthouders over hoe ze moeten omgaan met niet-meetbare aspecten van de maatschappelijke opdracht. Zeker als het om contextgebonden en meer waarde-geladen aspecten van het werk van de organisatie gaat. In sommige organisaties wordt gezocht naar meer meetbare indicatoren. In andere gevallen wordt het accent gelegd op kwalitatieve informatie, bijvoorbeeld door het voeren van gesprekken binnen en buiten de organisatie.

Externe input

Voor de maatschappelijke opdracht is het extra belangrijk de verbinding met stakeholders goed vorm te geven. Dit raakt aan de vraag hoe je jezelf aan de ene kant goed informeert over wat lokale en landelijke overheid wil, en hoe je aan de andere kant die overheid soms ook op afstand houdt om de organisatie te beschermen en daarin een eigen ontwikkeling op gang te laten komen. Er werd geopperd dat de RvT hierin meer dan voorheen eigen initiatief en eigen regie mag nemen, hoewel uiteraard nooit om de bestuurder heen.

Positie van kinderopvangorganisaties

Specifiek voor kinderopvangorganisaties kwam het dilemma van de maatschappelijke versus ‘commerciële’ kinderopvang naar voren. Verschilt de maatschappelijke opdracht voor deze twee typen organisaties? En wat betekent dat voor het intern toezicht?

Het goede gesprek

Wat betreft het ‘goede gesprek’ binnen de RvT en tussen de RvT en het bestuur kwamen de volgende thema’s naar voren.

Relatie en vertrouwen

Essentieel is een goede relatie tussen bestuur en toezicht. De Raad van Toezicht moet een ‘vertrouwde partner’ zijn, en veiligheid in het gesprek van de bestuurder staat centraal. Vanuit die vertrouwde rol kan de RvT juist weer een positie innemen om kritisch te zijn op het beleid en te beoordelen of het past bij de maatschappelijke context. Dit is een wisselwerking die nauw luistert. Het bewaken van kwetsbaarheid en ruimte voor 'zachte aspecten' is daarvoor belangrijk. In het bewaken van die ruimte en dat gesprek kan iets extra’s ontstaan, wat maakt dat de RvT meer is dan alleen “een uitvoeringsorgaan van OCW” zoals iemand opmerkte.

Focus in het gesprek

Focus houden wordt gezien als essentieel voor de RvT, waarbij gerichte keuzes worden gemaakt vanuit een eigen visie, zowel binnen de RvT als tussen bestuur en RvT.  Het hebben van een toetsingskader/visie helpt om een gezamenlijke taal te hebben, focus te behouden op vastgestelde punten en ieder de goede rol te laten vervullen. Bestuur en toezicht moeten niet bang zijn voor een ‘conflict’, zo lang dat ingebed is in de goede rollen en verwachtingen.

Oefening in dialoog

Ruimte maken voor kritisch tegengeluid en het voeren van een continue dialoog zijn belangrijk voor een goede samenwerking binnen de RvT. Dit moet steeds geoefend worden. Het stellen van andere vragen, het openen van het gesprek en het zorgvuldig komen tot de juiste conclusie in de juiste rol zijn cruciaal voor effectief toezicht en besluitvorming. Het voeren van het goede gesprek vereist oefening en evaluatie, met regelmatige startcursussen en gezamenlijke scholingsdagen.

Ontwikkeling en professionalisering

Ter afsluiting werd gevraagd welke ontwikkeling de deelnemers nodig achten in het intern toezicht. Hierbij kwamen de volgende thema’s naar voren:

  • Nadruk op permanente scholing en professionele ontwikkeling om de rol van de Raad van Toezicht scherp te houden.
  • Bewustwording van en reflectie op de maatschappelijke opdracht van de organisatie, inclusief het eigen bestaansrecht.
  • Waarde van goede communicatie en relatie met de bestuurder, met ruimte voor open gesprekken en dialoog.
  • Belang van diversiteit binnen de Raad van Toezicht, zowel in leeftijd, achtergrond als expertise.
  • Tijd en ruimte voor reflectie, bezinning en kennismaking, vooral bij nieuwe leden, om de juiste koers te bepalen en te evalueren.

Wat neemt de EMC mee?

Uit de gesprekken kwam duidelijk naar voren dat de aanwezigen het belang van (het gesprek over) de maatschappelijke opdracht inzien, maar dat er tegelijkertijd ook nog veel onduidelijkheid heerst. Wat is de maatschappelijke opdracht precies en hoe ga je daarmee om? En hoe weet je vervolgens of je dat goed aanpakt? En wat is de positie van de RvT ten opzichte van het bestuur? 

De urgentie en de noodzaak rondom het voeren van het goede gesprek werd onderschreven door de bezoekers. Velen gaven aan dit thema (nogmaals) nadrukkelijk op de agenda te gaan zetten en duidelijk bleek dat de regiobijeenkomsten veel mensen aan het denken heeft gezet. 

Afsluiting

We kijken terug op heel waardevolle gesprekken, met een grote diversiteit aan opvattingen. We zijn ons er terdege van bewust dat de deelnemers aan de sessies een zeer beperkte selectie vormen van alle toezichthouders in Nederland. De kans is daarbij ook groot dat we in deze sessies vooral de ‘voorhoede’ ontmoet hebben en dat er nog vele Raden van Toezicht zijn waarbij het gesprek over de maatschappelijke opdracht nog minder ver ontwikkeld is.

Hoe dan ook is eens temeer duidelijk geworden welke grote veranderingen in het intern toezicht in onderwijs en kinderopvang aan het plaatsvinden zijn. Vanuit de EMC hopen we dat het systematisch monitoren en hierover publiceren deze ontwikkeling ondersteunt. Verder wordt de input uit deze dagen gebruikt voor een nieuwe verdiepende vragenlijst van de EMC over deze thema's.