USN Skip to Content USN Skip to Footer

Boodschappenlijstjes voor een nieuw kabinet

In de afgelopen maanden hebben veel organisaties in onderwijs en kinderopvang hun wensen kenbaar gemaakt voor nieuw overheidsbeleid. Hieronder een overzicht.

Deltaplan lerarentekort

Onderwijsvakbonden en de werkgevers in het onderwijs roepen een nieuw kabinet op om een ‘deltaplan lerarentekort’ te maken. Het aanpakken van het lerarentekort moet de eerste prioriteit van het nieuwe kabinet zijn en dit vereist een samenhangend plan om het vak van leraar en schoolleider aantrekkelijker te maken. Dit deltaplan willen bonden en werkgevers samen met een nieuw kabinet verder uitwerken.

Deze oproep is afkomstig van de PO-Raad, de VO-raad en de vakbonden voor leraren en schoolleiders en wordt ondersteund door onder meer de Vereniging Nederlandse Gemeenten, LAKS, Jeugdzorg Nederland, de Sectorraad Gespecialiseerd Onderwijs en de Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang.

De waarde van het sociaal domein

Op hun beurt hebben VNG (gemeenten) en Divosa (sociale diensten) ook een gezamenlijke oproep gedaan aan een nieuw kabinet. Zij willen extra investeringen zien voor drie maatschappelijke thema’s: bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezond samenleven. Dit doen zij in een gezamenlijke visie ‘De waarde van het sociaal domein’. 

Wat betreft kinderopvang en onderwijs vragen zij een nieuw kabinet om ‘ongelijk te investeren om kansengelijkheid te vergroten’. Ze benadrukken daarbij de noodzaak van samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, zorg en gemeenten en het investeren in de integrale kwaliteit van onderwijshuisvesting. ‘We willen een nieuwe generatie met minder achterstanden laten opgroeien. We investeren in jeugd en jongeren en bieden maatwerk aan inwoners die steun en/of zorg nodig hebben.’ Daarvoor is nodig:

  • Samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, zorg en gemeenten.
  • Investering in de kwaliteit van onderwijshuisvesting, zodat deze gebouwen een ontmoetingsplek in de wijk worden en uitval wordt verminderd.
  • Helderheid over de reikwijdte van de jeugdhulp en financiële zekerheid vanaf 2026.
  • Gezamenlijke verkenning waar standaardisering en uniformering in het jeugdstelsel mogelijk zijn om administratieve lasten voor gemeenten en aanbieders te beperken.
  • Een gebiedsgerichte aanpak over de domeinen heen.

Stop met subsidies en start met structurele bekostiging

Ook bestuurders en directeuren aangesloten bij Verus hebben hun wensen. Al in de aanloop naar de Tweede Kamer-verkiezingen van 22 november 2023 peilde Verus het politieke sentiment onder haar leden. Ruim 360 bestuurders en directeuren hebben hun visie gegeven op het onderwijsbeleid van het kabinet Rutte IV en mochten een korte boodschap geven ten behoeve van de onderwijsparagraaf in het nieuwe regeerakkoord.

De meest gehoorde wens in de Verus-peiling (48 keer) is dat er een einde komt aan de vele subsidies en dat deze vervangen worden door structurele bekostiging. Deze wens wordt op de voet gevolgd door de roep om vertrouwen in de sector (46 keer genoemd) en het geven van ruimte aan het veld (28). De top vijf van wensen wordt afgesloten met het terugdringen van het lerarentekort (26) en het verhogen van de bekostiging (24).

Meer vertrouwen voor professionals is ook de kern van een brief die sectororganisaties Verus, VOS/ABB, VGS, VBS en ISBO aan de Tweede Kamer hebben gestuurd. Zij houden een pleidooi voor het pedagogisch perspectief als uitgangspunt van onderwijsbeleid. In de brief wordt gevraagd om een betere balans tussen persoonsvorming, kwalificatie en socialisatie dan nu het geval is.

Er wordt gevraagd om vertrouwen en ruimte voor onderwijsprofessionals. Niet primair om leerlingen de gewenste opbrengsten te laten produceren, maar om leerlingen te bieden wat zij in hun context en met het oog op hun brede ontwikkeling nodig hebben. Onderwijsbeleid, zowel van de overheid als van scholen en hun besturen dient gericht te zijn op het faciliteren van leraren om hun werk op deze manier uit te kunnen voeren.

Samenhangende langetermijnaanpak

Een nieuw kabinet moet zorgen voor een samenhangende langetermijnaanpak en niet bezuinigen. Dat vindt de Onderwijsraad. Het onderwijs is niet gebaat bij een nieuw coalitieakkoord met tijdelijke investeringen en losstaande voornemens. In plaats daarvan zijn focus, structurele bekostiging en langetermijnambities die kabinetsperioden overstijgen nodig, ook om de hardnekkige problemen in het onderwijs aan te kunnen pakken.

Dit adviseert de Onderwijsraad in een brief aan een nieuw kabinet. In de brief benoemt de raad de dringende problemen van aanhoudende lerarentekorten, de dalende onderwijsprestaties in taal en rekenen en de kansenongelijkheid. Om deze vraagstukken het hoofd te bieden, is langetermijnbeleid en structurele bekostiging noodzakelijk, stelt de raad. Goed onderwijsbeleid stopt niet bij de val van een kabinet of bij een wisseling van de wacht. Het is van lange bestuurlijke adem, over kabinetten heen.

Gezonde generatie

Ook is er een brede oproep aan het aankomende kabinet om fors in te zetten op gezondheid, ook in het onderwijs. Investeer – samen met het maatschappelijke veld en bedrijfsleven – in het gezonder maken van Nederland. Hiertoe roepen landelijke organisaties, waaronder de VO-raad, op via een brief aan een eerdere informateur, Plasterk. De organisaties doen een aantal voorstellen waar het kabinet mee aan de slag zou moeten gaan. Een van deze voorstellen is om vaart te maken met ‘de Gezonde Generatie’, onder meer door scholen structureel te ondersteunen op het vlak van gezondheidsbevordering en sneller werk te maken van gezonde schoolgebouwen.

De organisaties wijzen in hun brief op de huidige gezondheidscrisis: mensen zijn langer en vaker ziek, de druk op de gezondheidszorg neemt steeds verder toe en er bestaan grote gezondheidsverschillen tussen mensen. Het keren van deze ontwikkeling is heel belangrijk, zo onderstrepen ze: naast dat iedereen recht heeft op een goede gezondheid, is een gezondere bevolking een basisvoorwaarde voor een gezonde samenleving en economie. Gezondere mensen leveren betere schoolprestaties en participeren meer en beter op onze arbeidsmarkt en in de maatschappij, gebruiken minder of later zorg en zijn weerbaarder.

Brede toegankelijkheid kinderopvang

Vanuit de kinderopvang hebben alle partijen die eerder het gezamenlijke ‘kinderopvangakkoord’ hebben ondertekend een brief naar de informateurs gestuurd. Deze partijen zijn BK, BMK, BOinK, BVOK, Stichting Nysa, PPINK, Sociaal Werk Nederland en Voor Werkende Ouders. In het kinderopvangakkoord wordt gepleit voor brede toegankelijkheid van de kinderopvang. Ambitie is om de kinderopvang zo snel mogelijk toegankelijk te maken voor ieder kind van nul tot twaalf jaar. Of de ouders nu werken of niet. Goede kinderopvang is namelijk van grote waarde voor de ontwikkeling van jonge kinderen, vooral voor die in kwetsbare posities, schrijven de organisaties.

De stichting Voor Werkende Ouders (VWO) laat ook individueel van zich horen. In een aan de Tweede Kamer aangeboden petitie roept VWO op om niet te bezuinigen op kinderopvang en de gereserveerde 2,7 miljard voor kinderopvang te laten staan. VWO hield een peiling onder ruim 5000 ouders waaruit blijkt dat ouders bezorgd zijn over de toekomst van de kinderopvang.

In de petitie stelt VWO: ‘Om het stelsel toegankelijk, simpel en betaalbaar te maken voor ouders staat er vanaf 2027 2,7 miljard gereserveerd. Uit een peiling blijkt dat 79 procent van de ouders vindt dat een nieuw kabinet door moet gaan met de plannen om de kinderopvang betaalbaar te maken. Slechts 34 procent denkt dat u dat ook gaat doen. En dat terwijl de kinderopvang één van de grootste kostenposten (70 procent) van het huishoudboekje is en het direct helpt bij de bestaanszekerheid van gezinnen.’

De petitie geeft aan dat ouders behoefte hebben aan zekerheid en een systeem dat simpel, toegankelijk en betaalbaar is. Een systeem dat het risico nooit meer bij hen legt. ‘Daarom vragen wij aan u om de handen ineen te slaan, specifiek op dit dossier. Het gaat niet om links of rechts of een formatietafel. Wij vragen u te stoppen met het jojobeleid in deze waardevolle sector. Investeer in de sector die werken in andere sectoren mogelijk maakt, maar belangrijker nog: investeert in het kind.’