Basisscholen heroverwegen doorstroomtoets
16-01-2025
Veel basisscholen laten hun groep 8-leerlingen in 2025 een andere doorstroomtoets maken dan vorig jaar. Scholen denken dat de resultaten daarvan hoger zullen uitpakken. Dat blijkt uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs en berichtgeving in de Volkskrant. In totaal zijn er zes goedgekeurde toetspakketten. Vooral de toets van marktleider Cito is populair. Die toets is voor dit jaar 83.275 keer gekozen, tegenover 77.767 vorig jaar. Dit gaat vooral ten koste van de toets van aanbieder A-vision. Die werd vorig jaar 21.371 keer aangevraagd en voor dit jaar nog maar 13.736 keer. Schoolleiders uitten vorig jaar al hun zorgen over de doorstroomtoets, omdat de resultaten afweken van de gebruikelijke prestaties van hun leerlingen. Basisscholen vermoeden dat er te grote verschillen tussen de toetsen bestaan. De tegenvallende resultaten zijn voor scholen waarschijnlijk reden geweest om over te stappen. Het ministerie van Onderwijs benadrukt echter dat de toetsen vergelijkbaar zijn en dat kinderen bij gelijke resultaten ook gelijke adviezen ontvangen. De verschuiving in toetskeuze is voor het ministerie geen reden tot zorg. De PO-raad, de Tweede Kamer en belangenorganisatie Ouders en Onderwijs pleiten al langer voor één doorstroomtoets, omdat met de huidige aanpak het doel van gelijkere kansen niet wordt waargemaakt. ‘Er is een duidelijk signaal dat basisscholen denken dat er te grote verschillen in uitkomsten zitten tussen de toetsen’, zegt Fatima-Zohra Charki van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). ‘Dat kan aan de toetsen zelf liggen, maar het kan ook worden verklaard doordat bepaalde typen scholen vaker voor een bepaalde toets kiezen. Bovendien bestaat de doorstroomtoets nog maar één jaar. Dat maakt het lastig om een conclusie te trekken over de uitwerking.’ Los van de onrust over de doorstroomtoets vindt Charki het belangrijk om de vroege selectie in Nederland ter discussie te stellen. ‘We laten veel afhangen van een toets op 11-jarige leeftijd. Dat is eigenlijk te jong om te bepalen welk middelbaar onderwijs bij een leerling past. De Onderwijsraad, de PO-raad en onderwijsonderzoekers pleiten al langer voor een latere selectie en brede brugklassen.’