AI: alles weer met pen en papier of praten met Drees?
12-09-2024 00:00:00
Weinig technologieën ontwikkelen zich zo snel als kunstmatige intelligentie (AI). Docenten merken dat ze bijna niet meer om AI heen kunnen. Maar ze zien ook kansen. Niels de Leeuw, levensbeschouwingdocent, verdiepte zich samen met andere docenten in AI. Hij las studies en richtlijnen van universiteiten in Cambridge en Leuven en maakte een richtlijn voor zijn school. ‘Er was in Nederland nog weinig over te vinden, maar internationaal wel.’ De Leeuw kwam voor het eerst in aanraking met AI toen hij profielwerkstukken ging begeleiden, vertelt hij de NOS. Die bleken niet altijd meer door studenten zelf geschreven te zijn, maar door een AI-chatbot als ChatGPT. ‘Je hebt als docent weinig middelen om het te tackelen en het is moeilijk te herkennen. Als die werkstukken een wassen neus worden, heb je wel een vet probleem. Ik zag zelfs hoe AI-werkstukken een verdienmodel werden en ken verhalen over leerlingen die met betaalde accounts andere leerlingen helpen om opdrachten te genereren.’ De Leeuw was niet de enige die het laatste jaar geconfronteerd werd met de keerzijde van ChatGPT in de klas. ‘Kunstmatige intelligentie is een enorm ding’, zegt ook docent geschiedenis Marco van Vemde. Hij past inmiddels regelmatig zijn opdrachten en lessen aan: ‘We laten sommige opdrachten bijvoorbeeld met pen en papier schrijven omdat leerlingen anders ChatGPT gebruiken.’ Toch is Van Vemde niet alleen negatief over kunstmatige intelligentie in de klas. ‘We hebben ook een opdracht waarbij we met de klas gaan kletsen met oud-premier Willem Drees. We laten een chatbot zich voordoen als Drees en leerlingen kunnen hem dan in de chat vragen stellen over zijn leven. Op die manier kan je de les interessanter maken, en je leert leerlingen ook hoe je ermee om moet gaan.’