ana-municio-pbznth58glq-unsplash

Masterplan basisvaardigheden: streng toezicht op onheldere opdracht

Publicatie:
24 november 2022

Onderwijsminister Wiersma heeft een alarmerende brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de voortgang van het masterplan basisvaardigheden voor het funderend onderwijs. Ingrijpende, structurele veranderingen zijn nodig in het funderend onderwijs om de dalende trend van onderwijsresultaten te keren, stelt de minister.

Wiersma wil een sterkere focus op basisvaardigheden in het curriculum, een investering in de ondersteuning aan scholen, een verplichte monitoring en tegelijkertijd een uitbreiding van de onderwijsinspectie die (op school- en klasniveau) strak gaat toezien op het presteren van scholen en leerlingen. Zijn brief is een uitwerking van het masterplan basisvaardigheden dat het kabinet eerder dit jaar heeft gelanceerd.

In de brief maakt Wiersma duidelijk dat de onderwijsinspectie meteen aan de slag gaat. De inspectie werkt aan de opname van een aparte standaard basisvaardigheden in de onderzoekskaders po, so en vo. Hierover wordt momenteel overleg gevoerd met het onderwijsveld. Bij de versterking van het toezicht blijven de uitgangspunten van het bestuursgerichte toezicht staan. De nieuwe aanpak moet passen ‘bij een betere balans tussen het toezicht op school-, bestuur- en stelselniveau en de gewenste versterking van de integraliteit van het toezicht’.

De VO-raad reageert vrij negatief op de Wiersma’s Kamerbrief. De raad lijkt het beter om eerst zicht te krijgen op de feitelijke situatie en problematiek en dan het onderwijs een duidelijke opdracht en heldere doelen mee te geven. Pas daarna kun je een vertaling naar het externe onderwijstoezicht maken.

Versterkte aandacht voor de basisvaardigheden is zeker noodzakelijk, vindt ook de VO-raad. ‘Maar omdat de minister zonder duidelijke opdracht direct inzet op een straffer toezicht met kortere hersteltermijnen en financiële sancties, bestaat het risico dat het voldoen aan een afvinklijstje van de inspectie een doel op zichzelf wordt.’ Volgens de VO-raad is het de vraag of op deze manier de gewenste (duurzame) versterking van de basisvaardigheden bereikt wordt.

Ook de PO-Raad zet vraagtekens. Op zich is de raad positief dat de minister een aanzet doet om tot een heldere opdracht voor het onderwijs rondom de basisvaardigheden te komen. De PO-Raad heeft nog wel vragen over het periodiek herijken van het curriculum en over de uitvoering en samenhang van het plan. Er bestaat het risico op ‘afvinklijsten, toetsdruk en extra administratieve lasten’. Ook mist de PO-Raad een goed doordachte en breed omarmde visie op de verbeterstrategie.

Terug naar de lijst

Onze site maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikservaring. Bekijk onze privacyverklaring.

Sluit melding