Maatschappelijke verantwoordelijkheid
De toezichthouders in het onderwijs en kinderopvang hebben – net als de bestuurders - een grote maatschappelijk verantwoordelijkheid. Zij moeten hun taak professioneel uitvoeren en zich naar buiten toe verantwoorden. Dat de leden in de Code Goed Toezicht samen hebben vastgesteld waar goed toezicht aan moet voldoen, was volgens Noom een belangrijk moment. ‘De code biedt de leden niet alleen een kader, maar laat ook aan de buitenwacht zien dat we de goede dingen doen.’
De evaluatie en monitoring van het intern toezicht speelt in die verantwoording naar de buitenwacht ook een belangrijke rol, stelt Noom. De EMC heeft hiervoor de eerste stappen gezet. ‘We kunnen zelf denken dat we goed bezig zijn, maar we moeten het ook kunnen aantonen.’
Tijd nemen voor proces
Lastige dossiers in haar tijd als voorzitter kan Noom niet direct opnoemen. Wel heeft ze als voorzitter geleerd om tijd te nemen voor het proces in de vereniging. Tijdige communicatie naar de leden is cruciaal. ‘Ik stelde de inhoud voorop. Leden stemmen in met een goed inhoudelijk voorstel, zo was mijn opvatting. Maar het is belangrijk om het proces goed in te richten om draagvlak te creëren. We moeten de leden al aan de voorkant goed informeren en in een goede dialoog bij de besluitvorming betrekken.’
Betrokkenheid leden
Die betrokkenheid van de leden – onder meer bij de dialoog over de Code Goed Toezicht – heeft Noom juist enorm gewaardeerd. Ook kijkt ze met een goed gevoel terug op de gesprekken met de leden, bijvoorbeeld tijdens een workshop of congres. ‘Die gesprekken hielden mij scherp. Als je een voorstel goed had uitgedacht, kon een vraag van een toezichthouder je soms toch aan het denken zetten. En het was inspirerend om te praten over wat ons drijft, dat we samen de goede dingen doen, voor de kinderen en de leerlingen.’
Bewust van werkgeversrol
De leden van de VTOI-NVTK hebben in de afgelopen jaren ook een ontwikkeling doorgemaakt. De werkgeversrol van de RvT krijgt meer aandacht. Niet alle leden waren zich indertijd bewust van die rol, zo herinnert Noom zich. ‘Op een congres werd de vraag gesteld wie in de zaal werkgever was, slechts 20 leden staken hun hand op. Terwijl RvT-leden werkgever zijn van hun bestuur. Dat bewustzijn is er nu wel. Juist de bestuurder speelt een belangrijke rol in de kwaliteit van het onderwijs en de kinderopvang en is het gezicht naar buiten.’
Op het bureau komen veel telefoontjes binnen over de werkgeversrol: die gaan onder meer over de toepassing van de Cao voor bestuurders in het funderend onderwijs en over de relatie met het bestuur. Noom: ‘Die relatie met de CvB is heel belangrijk, hoe ga je ermee om als je niet op één lijn ligt of als de CvB andere prioriteit stelt? Dat zijn relevante vragen.’
Dienstverlening hoge prioriteit
De dienstverlening aan de leden – niet alleen over werkgeverszaken - heeft hoge prioriteit. De VTOI-NVTK heeft onder meer een digitaal kennisportaal op de website gelanceerd. Ook zullen de leden meer diensten op maat aangeboden krijgen. ‘Onze leden zitten krappen in hun tijd. Waar hebben onze leden behoefte aan? Dat is het uitgangspunt.’
Onderzoek verenigingsstructuur
De vraag is of deze nieuwe koers gevolgen heeft voor de verenigingsstructuur. De leden hebben eind vorig jaar ingestemd met een onderzoek: is de huidige structuur van de vereniging nog passend en moet uitbreiding van de dienstverlening binnen of buiten de vereniging vorm krijgen? En wat betekent dit voor de contributie en eventueel betaalde diensten? Volgens Noom is dit onderzoek een logisch vervolg op de ontwikkelingen binnen en buiten de VTOI-NVTK. ‘Hoe moeten we de vereniging organiseren om de leden optimaal te kunnen ondersteunen, dat is de vraag.’
Blik naar de toekomst
In de snel veranderende samenleving (denk aan de inval in Oekraïne en de energiecrisis) vindt Noom het lastig om vijf jaar vooruit te kijken. Wel maakt ze zich zorgen over het personeelstekort in het onderwijs en de kinderopvang. Ook staat de kwaliteit van het onderwijs, zoals de leesvaardigheid van jonge kinderen, onder druk. Ze is benieuwd naar de inzichten van de Staat van het Onderwijs dat in het voorjaar uitkomt. Maar, zo besluit ze, er ligt ook een taak voor toezichthouders. ‘De personeelstekorten en de kwaliteit van het onderwijs en kinderopvang moeten continu op de agenda staan. RvT-leden moeten meedenken en creatief zijn. Dat zijn we onze kinderen en leerlingen verplicht.’
Tijdelijke voorzitter
Na het vertrek van Noom per 1 januari hebben de vier overige bestuursleden – in afwachting van de aanstelling van een nieuwe voorzitter - haar taken overgenomen. Dick de Boer van het huidige bestuur neemt de rol van voorzitter tijdelijk op zich. De werving van de nieuwe voorzitter start als er meer duidelijkheid is over de structuur van de vereniging.